De tempel als godsdienstig geheelDe Egyptische tempel was het 'huis van god' op aarde. Zo had elke god zijn eigen tempel. Het was geen gebedshuis, want het gewone volk werd niet toegelaten in de tempel. Hierin verschilt de Egyptische tempel van de christelijke kerk, waar 'het volk van god' wel wordt toegelaten. Het was een woonhuis van de god waarin deze gevoed, gekleed en verzorgd werd.
|
De tempel als economisch geheelEen tempel is niet enkel het huis van god. Aan elke tempel waren graanschuren, bakkerijen, slagerijen en groentetuinen verbonden. De tempel kon veel voedsel voorzien en men kon er grote voorraden voedsel opslaan. De Egyptenaren hadden geen geld als betaalmiddel dus betaalde men in natura. Men betaalde met graan, olie, wijn, bier, leder en edelmetalen. De tempel was een economisch middelpunt met veel tempelpersoneel. De tempel telde niet alleen kunstenaars en beeldhouwers maar ook wevers, veehoeders, visser, bakkers, vogelvangers enzovoort. Dit tempelcomplex werd geleid door de hogepriester, de directeur van het tempeldomein.
|